Een van de vele ritmes die worden gespeeld voor de boeren. De tweede kenkeni-partij is een mooie aanvulling op het ritme.
Dibon is een koppel vogels, dat altijd samen is gedurende de dag. ‘s Nachts slapen de vogels echter ieder in een eigen boom. Om elkaar weer te ontmoeten in de ochtend, zingt de ene. De ander antwoordt terwijl deze dichter bij komt. De melodie hiervan, die door jagers werd gehoord, werd ooit in een ritme omgezet. Het liedje (met twee variaties) is niet specifiek voor het ritme.
Ja eh, kanje ulalale ja eh,
ana fefo la luko kanje ulalale, mo kelen tate dunjadi
kom laten we samen de fefo (kalebas) spelen,
de wereld is niet voor een persoon, de wereld is voor iedereen
dan wel
kom laten we naar de velden gaan, we moeten elkaar helpen
want de wereld is niet voor een persoon gemaakt
A, ye, Annye folila bi e,
Mamoudou la folila lulu, Annye folila mo kelen tate dunja ni
de wereld is niet voor een persoon (hier Mamoudou) gemaakt,
de wereld is voor iedereen