Djelidon, Djelifoli, Lamba of Sanja (dat laatste betekent gelukkig nieuwjaar in het Bambara) zijn allemaal aanduidingen voor een van oorsprong Malinese dans die uitsluitend voor de djeli, de griot werd uitgevoerd. De dans (don) werd begeleid door een balafoon of kora; maar nu worden ook vaak drum-partijen gespeeld.
In Mali is het gangbaar om met twee trommels te spelen. In Guinee wordt dan soms een extra patroon toegevoegd, of zoals het hier lijkt, een basispatroon in twee patronen uit elkaar gerafeld.
Malinese ritmes beginnen vaak langzaam (met een liedje) en worden sneller gespeeld met de dans zelf. In het langzame deel is de cadans ook iets anders; tijd om een lichte verschuiving te realiseren (zie djembé 1). De solo’s zijn kort en met een sterk accent naar de 7-de puls (binnen de 2de tel). Twee liedjes om bij Djelidon te zingen:
Ee, dja lia aa aa aa, ahla leke dje lia aa
tama filatara a djaliam, tama filatara a djalia
tama filatara a djalia, tama filatara a djalia
nemani fourou sakungdong, nemani kanou sakungdong, djeliajéé kobajéé