Kakilambé is een masker van het Baga-volk uit de Boke-regio in de kuststreek van Guinee. Oorspronkelijk werd het gespeeld op Baga-drums; een djembé-variant met een andere span-systeem. “Kakilambé is een zeer belangrijk masker voor de Baga. Het verschijnt slechts een maal per jaar. Het beschermt tegen kwade geesten en doet profetieën over heden en toekomst. Een Kakilambé-priester is een soort vertaler van de boodschap, immers het masker richt zich niet rechtstreeks tot het volk. Op de grote dag dat het masker verschijnt, komt iedereen luisteren. Langzaam komt het masker met de priester uit het woud. Als iedereen uit eerbied een buiging maakt, groeit het masker tot zeker vijf meter hoogte! Het masker houdt linten vast; een voor elke familie uit het dorp. een lid van de bijbehorende familie pakt het andere eind van het lint.
Het ritme heeft een snel en een langzaam uitgevoerd deel. Tijdens het snelle deel dansen de priester en enkele oude mannen rond het masker. De priester krijgt dan de boodschappen door. Dan geeft de priester de muziekanten een teken en het ritme wordt langzaam en zacht. Nu interpreteert de priester de boodschappen en vertelt ze rond. Het kan het weer betreffen (droogte of overstromingen), of de oogst succesvol zal zijn en hoe de gezondheid zal zijn. Tenslotte vertelt hij ze ook wat de offergaven moeten zijn. “ (Uit Ushi Bilmeier: “Mamady Keïta, A life for the Djembé”)
“Tegenwoordig is de Kakilambé, de beangstigende God van de Baga, niet meer dan een herinnering die enkele ouderen nog koude gen geeft. Maar voor eeuwen heerste hij over de Baga als God van het water, de regen, de wind en het vuur. Elk zevende jaar kwam hij te voorschijn uit het heilige bos, zijn verschijning aangekondigd door de donder en de roep van de fetisj-priesters, om zich te vertonen aan de angstige dorpsbewoners en zijn boodschap over te brengen via een priester-medium.
Om te beginnen toonde hij zijn boosheid tegenover hen die hadden gehandeld tegen de heersende moraal en deugden door zich klein te maken. De dorpelingen, die uit nederigheid zichzelf op de grond hadden geworpen smeekten om zijn vergiffenis, zwoeren gehoorzaamheid en zongen:
“Kelyo!, kelyo!, Kakilambé kelyo!” (Stap op Kakilambé, richt je op!”
Dan richtte het masker zich op, herbevestigd in zijn goddelijkheid voor de kinderen van de Baga, net als hij was bevestigd door hun vaders en hun vader’s vaders. Hij zwol op van vreugde, richtte zich op en verkondigde een nieuwe periode van zeven jaar geluk en voorspoed. Dan, begeleid door gezang en dans van vreugde, trok hij zich terug in de bossen.
Aldus: “De komende zeven jaar zal het land weldadige oogsten geven en zullen de vrouwen vruchtbaar zijn” had het Kakilambé-masker gezegd. Maar of dat ook zou uitkomen hing af van de kracht van de mannen en van de Sengbe, de heilige drums. De man danst, toont zijn kracht, zijn vertrouwen en overtuiging om te werken volgens de gewoonten van zijn volk. Dan, als eerste teken van de toegezegde voorspoed verschijnt Nimba, de godin van de vruchtbaarheid, met haar enorme borsten. De mannen juichen van vreugde, de vrouwen die binnen kort gaan trouwen brengen offers en zingen:
“O, Nimba, een buik zonder kind is gelijk aan een sintel in de woestijnwind, gelijk een blad in een bosbrand.
O. Nimba, Godin van vruchtbaarheid,
jij die het levenssap doet ontstaan in het zand.
Hier zijn mijn borsten. Laat ze op die van jouw lijken.
Hier is mijn buik, en dat het levens-sap van de Baga blijft vloeien!”
En zo beleven de Baga in een staat van waanzinnige opwinding het besef dat ze zeker van de bescherming door de Goden”. (Tekst en foto uit de folder van het Wereld-tournee van het Ballet de Guinee in de jaren ‘65-‘67)
De Baga zijn maar een zeer kleine etnische groep in West-Afrika (ongeveer 32.000 mensen). Frederick Lamp beschrijft in zijn boek “The art of the Baga” (1996) dat het woord Kakilambé eigenlijk een Susu-woord is met de betekenis: Zo hoog reikend als de Copalboom. Er zijn tientallen liedjes bekend bij dit ritme. Een ervan: “Welkom aan het Kakilambé-masker!”
Mai’m bo, mai’m bo mama, mai’m bo Kakilambé kekumbe