Kassa (Cassa) is een oogstdans van de Malinke uit Oost Guinee. Het woord kassa betekent schuur. Tijdens de oogstperiode trekken de boeren naar de velden, die soms ver van het dorp zijn verwijderd. Daar wordt een kamp opgeslagen voor zolang dat nodig is. Er komen enkele vrouwen om de maaltijden te bereiden (en te zingen). De hele dag volgen de drummers het werk van veld tot veld terwijl Kassa wordt gespeeld. Af en toe wordt erbij gedanst. Als de oogst binnen is volgt een feestelijk onthaal (Kassalodon) in het dorp.
Een gebruik dat is verbonden met dit werk op de afgelegen velden is dat een meisje (het mooiste uit het dorp) haar hoofddoek ophangt aan een stok aan het eind van het veld. Diegene die het eerst het eind van het veld bereikt (met werken) krijgt deze vrouw voor de nacht in zijn hutje. De bedoeling is echter niet dat er ‘iets’ gebeurt, want als het meisje zwanger zou raken, wordt de betreffende man in het openbaar afgeranseld. Kassa is een erg populair ritme in West Afrika en is dan ook in meerdere variaties bekend.
Illawuli woo konko daba, (Kolankoma) kondon tilu barana
Illawuli woo konko daba, Kolankoma sènekèlalu barana
Sta op boer, het eten is aangekomen,
Sta op boer, de maaltijd is hier
E yahé, e koutountama hé, e yahé, e mandinkono é
1 ni war lé no kor solor, I ni war lé nama se néné mépélo
De mannen van Hamana, De vogels van de Mandin
Mijn broer, ik roep je op om te komen werken op het veld
Omdat het mijn beroep is; dit is het beste werk!