Er zijn verschillende interpretaties van de culturele achtergrond van het Malinke ritme Konden (Konen, Konde, Kunde, Konding, Conde). Omdat er twee zeer verschillende patronencombinaties van Konden´s bekend zijn, kunnen beide interpretaties op waarheid berusten.
I. Een (Malinke) masker dat snel loopt en danst. De dans wordt opgevoerd voor jonge mensen tussen de 15 en 20 jaar. Het rent achter hen aan en als hij ze te pakken krijgt, slaat hij ze met een roede. Vroeger werd de dans uitsluitend met handen geklap en zang begeleid. De maskerdanser houdt twijgjes met bladeren in zijn hand. Het masker ziet er beangstigend uit en de kleine kinderen worden er zelfs bang van. Ouders maken het nog erger door te zeggen dat kinderen die niet zoet zijn door Konden worden meegenomen. Verschillende streken hebben zo hun eigen aanpassingen gedaan aan het ritme; vooral aan de doundoun-partij.
(uit ‘Mamady Keïta; a life for the djembé’)
II. Het masker dat de oudere ‘bilankoro’ beschermt gedurende de dagen voorafgaand aan de besnijdenis. Het is een mooi masker met schoonheid, en het is ook een goede danser, waardoor de populariteit bij de jongeren is te verklaren. De mooiste versies tref je tegenwoordig aan in de Siguiri-regio in Haute Guinee, in het bijzonder in het dorpje Banfeleh. Dit dorp heeft de reputatie dat er mooie, nieuwe dansbewegingen ontstaan en worden uitgedacht, maar ook dat Konden er tamelijk snel te voorschijn komt om stoute kinderen te straffen.
(tekst van het CD-hoesje van de Mogobalu-CD van Mamady Keïta)
III. Konden (Konding) is een Dounoumba ritme, (zegt Koungban Konde Master Drummer en Leader of Percussionist De Guinee volgens Baba Aidoo).
IV. Het is zeker *geen* Dounoumba ritme maar een maskerdans
en werd oorspronkelijk uitgevoerd als een deel van de feestelijkheden aan het eind van de Islamitische vastenmaand Ramadan.
(volgens Jim Banks die Famoudou Konate over deze kwestie sprak).
V. Mamoudou ‘Delmundo’ Keïta, die de Hamana-stijl van Haute Guinee speelt, heeft op zijn CD ‘House of Roots’ track 3, het nummer ‘Yaya’ (Doundoun gbe, Konden, Bandogialli, Bolokonondo) opgedragen aan zijn vader Fa Daman Keïta: “…..He was also renown as a great dancer of the traditional dance of the strong men / warriors. Here it´s brought together in four different doundounba-rhythms….” Delmundo zegt zelf “Konden is de enige snelle Dounoumba”.VI. Serge Blanc’s noemt in zijn boek, ‘Le Tambour Djembé’ Konde als een lid van de Dounoumba familie uit Kouroussa.VII. Youssouf Koumbassa noemt in zijn video ‘Wongai’ bij de introductie van de Dounoumba het ritme Konde.
VIII. In het boek ‘Traditional West African Rhythms’ van Åge Delbanco, wordt het ritme Konde beschreven. Bronnen daarbij zijn verschillende leden van Konaté-familie. Er staat : ‘Dounoumba from Guinea (Malinke)’.
Feit is dat het typische kenkeni-patroon in beide versiess ontbreekt, alhoewel de kenkeni in Konden II kan worden gezien als een “uitgerekt” dounoumba-kenkeni-patroon. Ook heeft is tweede djembé-patroon een typisch dounoumba-patroon (vergelijkbaar met de kenkeni).
De Konden I stamt uit de Wassolon-regio.
Banfeleh, Banfeleh, Konden de wa banfeleh,
Konden Fadima djy karo bada böö, Konden de wa Banfeleh
Banfeleh, Banfeleh, de Konden zal Banfeleh bezoeken
het is tijd voor de besnijdenis van Fadima Konden,
Konden zal Banfeleh bezoeken