Konkoba (Concoba) is een ritme verbonden aan de boeren. Zij werken / dansen op het ritme tijdens het werk. Konkoba Doundoun wordt gespeeld als men na het werk op weg is van de velden naar het dorp. Daarnaast wordt het ritme gespeeld ter ere van machtige of rijke boeren en staat mede daarom beken als het ritme van de sterke boeren. Er zijn enkele interpretatieverschillen in de diverse regio’s (Kouroussa, Mandiani, Faranah). Ook hebben diverse muzikanten eigen musicale interpretaties gemaakt. Konkoba II is een dansversie en Konkoba III is een zeer snelle balletversie in vieren.
Konkoba ritmes worden gespeeld tijdens het werken in de velden. Het wordt ook gespeeld ter ere van rijke of machtige boeren en daarom is het ritme ook wel bekend als ritme van de goede werkers. Het woord betekent bos of jungle. (vrij naar Mamady Keita: A life for the Djembe)
‘Een ritme on het werk van de boeren op het veld te ondersteunen terwijl men met de ‘Daba’ (schoffel of hak) werkt. Een jonge man is herkend als een Konoba vanwege zijn kracht en werksnelheid met zijn hak. Hij heeft vele fetisjen en is daarom gevreesd. Het woord Konkoba duid zowel op een persoon als op het ritme.’ (vrij naar tekstboekje bij CD: ‘Guinea: Malinke rhythms and songs (volume I) van Famoudou Konate.
‘De velden zijn in gereedheid gebracht voor het zaaien. Konkoba heeft zijn werk gedaan en keert terug naar het dorp. Hij draagt een versierd hoofddeksel van antilope-hoorn en een met belletjes en spiegeltjes versierde huid. Om zijn middel draagt hij een riem met loshangende Kaori-schelpen die rinkelen bij elke gemaakt stap. Deze versieringen hebben hem beschermd en kracht gegeven bij het volbrengen van zijn moeilijke en zware taken. Konkoba is ook de naam van het ritme dat de thuiskomers en andere dorpelingen uitnodigt te dansen.’ (vrij naar de tekst in het boekje bij de CD Hamana Foli Kan van Famoudou Konate).