D Dondory is balafoonstuk gecomponeerd door Ali Keïta. Vanuit een heel eenvoudige start van het ritme wordt steeds een of twee tonen toegevoegd. Ali noemde het later: “ Quand tu veut, tu peut” (Waar een wil is, is een weg).
Het stuk is geschreven bij de oude sage die bekend is bij de Bwaba over het ontstaan van de balafoon. Er zijn verschillende versies van in omloop, maar ze betreffen altijd een jager die op eend ag geen jachtbuit binnen kan halen, een bosgeest (Dondory) en een oude dode boom waartegen een dutje wordt gedaan. Hier de versie die Youssouf Keita mij vertelde van een verhaal dat binnen zijn familie de ronde doet.
Op een dag ging de jager van het dorp, genaamd Pazo op pad om vlees te verzamelen in de brousse, de savanne. Maar de dieren roken zijn aanwezigheid en hielden zich schuil. Tegen het eind van de dag had hij nog niets geschoten en en was moe geworden en ging rusten tegen een oude boom en viel in slaap. Een bosgeest (dondory) had hem gezien, deze had zich ook schuil gehouden omdat hij had gezien dat de dieren van de savanne Pazo vreesden. Voorzichtig benaderde hij Pazo en ontdeed hem van zijn boog, pijlen en van zijn jachtbuidel. Nu hij niet meer bang hoefde te zijn voor Pazo, begon hem te persten begon hij de takken van de boom, waarbij Pazo lag te slapen af te hakken. Pazo schrok wakker maar merkte ook dat het hakken door de bosgeest, het oude, dode hout van de boom een mooie klank liet produceren.
Pazo greep naar zijn jachtgerei, maar dat vond hij niet en de bosgeest ging ongestoord door met hakken. Één voor vielen de takken op de grond en Pazo hoorde bij elke vallende tak en prachtig geluid. De vallende takken maakte zelf een mooie melodie! Toen de boom geheel was geveld, ging de bosgeest zijn eigen weg. Pazo dacht bij zich zelf: ‘Als ik dat geen vlees meebreng deze dag, dan in ieder geval deze mooi klinkende takken van de oude boom.’
Later kwam hij aan in het dorp en gooide de bundel hout op de grond. Weer kwam een prachtige melodie te voorschijn die de aandacht trok van iedereen in het dorp. Ze waren verbaasd over het mooie geluid en namen er genoegen mee dat Pazo geen vlees mee had gebracht; de griot van het dorp en ook alle vrouwen namen wat van het hout mee naar hun hut. In elke hut kon nu worden genoten van de mooie geluiden uit het hout. Deze muziek inspireerde de vrouwen tot het zingen van een lied waarin ze de bosgeest vergeving vroegen om de onrust die jagers in de savanne met hun gejaag veroorzaakten. Later werd het hout gebruikt om de eerste balafoon van te maken.
Om het te leren spelen; oefen een halve tabel (met eigen nummer) en speel dat zonder moeite. Voeg de slag uit de volgende tabel toe en oefen jezelf erin om steeds een slag toe te voegen en weer naar het eerste blok terug te keren zonder te pauzeren. Gaat dat zonder te veel moeite, neem dan weer de extra slag uit het volgende blok erbij en oefen op dezelfde manier van blok 1 tot waar je bent gekomen en weer terug.
Elke cultuur heeft natuurlijk zijn eigen verhalen over zijn verleden en de Bwaba hebben een net iets andere sage dan bijvoorbeeld de Malinke, waar het ontstaan van de balafoon wordt beschreven in Het verhaal van Soundiata Keita, de griot van een koning die zelf de eerste balafoon van een bosgeest had gekregen.
‘Dondoris, sabere han Pazo,
Dondoris, sabere han Pazo’
Dondory, vergeef Pazo
Geen reactie's