F Fadé Konia / Fadé Onia is een ritme van de Bwaba-griot, de Djeli van de Bwa die het vaak spelen als opening. Het wordt bij allerlei feesten gespeeld. Als het bij een herdenkingsfeest wordt gespeeld, dan na het ritme Bou A Tignee.
Het woord Fadé is een Djoula woord en betekent de kinderen van eenzelfde vader. Konia is een Bwamou woord en betekent zoiets als jaloezie. Het lied benoemt aldus de jaloezie tussen de kinderen van eenzelfde vader. Onder de Bwa zelf wordt het nummer ook wel Bouraman genoemd.
Ontstaan van het nummer
Het lied is ontstaan in een familie waar een griot-vrouw trouwde met een man die nog zes broers had. In de West-Afrikaanse cultuur is het zo dat een vrouw na zo’n huwelijk de vrouw is van alle broers (niet seksueel). In de familie is veel werk te doen waarin de vrouw samenwerkt met iedereen in de familie. Deze specifieke vrouw was een fijn gezinslid geworden, waar iedereen van hield. De echtgenoot voelde daarom wel eens jaloezie ten opzichte van zijn broers, hij was immers de ‘echte’ man van deze vrouw. De vrouw is toen begonnen met het maken / zingen van dit lied.
De Naald
Na het werk ging zij bij haar man zitten en zong het lied waarin ze aangaf dat zij geluk heeft gehad te trouwen in zo’n grote familie en dat zij daarin de functie heeft van ‘naald, die zowel kan prikken als helen en daarmee de familieband versterkt. Binnen de familie werd de jongste broer als ‘benjamin’ door iedereen geadoreerd en toen deze bij de vrouw kwam zitten, vroeg hij waarom ze dat lied zong. Ze vertelde dat zij de vrouw is van haar oudste broer, maar ook zijn vrouw en die van alle andere broers, maar dat haar echtgenoot zijn liefde niet wil delen met zijn broers. De jongen benoemde toen de schoonheid van het lied en daarmee de twee kanten van de naald (het kunnen prikken en helen).
Huidig gebruik
Het lied wordt sindsdien gezongen door de Bwa-griot vrouwen. Het is een helend lied geworden voor de lastige dingen in het leven, een gevoellig lied.
Het nummer werd vaak gezongen door de vrouwen bij werk in het huishouden (stampen, meel malen). Elke griot-vrouw heeft haar eigen interpretatie.
Youssouf heeft twee basis patronen gegeven waarvan hij zij dat ze altijd allebei gespeeld worden. Ik heb zzelf gekozen voor een eerste A patroon omdat het andere weinig herkenbare variaties heeft in de twee gebruikte harmonieen. Patroon A moet altijd gespeeld worden en patroon B kan bijvoorbeeld afgewisseld worden met de melodieën. In dat geval speel je alleen de X-harmonie, terwijl tijdens de melodie zelf de /-harmonie geldt.
Ee wa ni yoo, mi nè wa wé we pari, pari wo mè na bou a demia tân dè (2x)
hey publiek, wees solidair! Solidariteit is iets moois, iets van alle tijden
Konia soum me, Fadé Konia, Fadé yèni Konia na ba Bwa ma di ma wè
te veel jaloezie leidt ertoe dat de (zonen van één vader bij de) Bwa niet samen eten
pari si lé Fadé wa na ye nou na lo a wo wa ma li pari, minè wa di lo hia wa
Solidariteit is van alle zonen van één vader, Je moet de goede mensen volgen.
Pari si lé Zama pari Jesu Ma na a a wo wa ma li pari, minè wa di lo hia wa
Solidariteit is van iedereen, zelfs van de Jesus, Je moet de goede mensen volgen.
Geen reactie's