De dag voor dat het einde van de Ramadan gevierd wordt, verzamelen jongeren van dezelfde leeftijdsgroep zich in een hut. De hele nacht, bij kaarslicht, praten ze met elkaar, maken grappen en dagen elkaar uit. Ze hebben allemaal een zweep bij zich om elkaar te slaan bij daglicht…. Tijdens de nacht wordt door de ‘kondenbas’ (bezitters van het Konden-masker) buiten de hut het Konden-ritme gespeeld. In de ochtend komen andere dorpsbewoners de jongens halen, maar nog daarvoor worden de jongens aangespoord door de kondenbas om Sirunkuruni te zingen. dan worden ze naar het dorpsplein geleid, alwaar de jongens elkaar slaan met de zwepen. Dit dient als een soort ‘uitlaatklep’ voor de spanning die tussen de jongeren gedurende het jaar is opgebouwd. ‘siran’ betekent bezem(steel), een verlenging van de zweep.
Siranguruni…….sindjare
Siran djamba…..sindjare
aa-iedie don da sabi kounte dei-ie don sa wa wa
… vandaag met een korte stok, met een lange steel,
we hebben niet geslapen en slaan elkaar met de zweep tot het genoeg is ….